POLO DE HAAS |
|
Het Parool:
|
Het elan van Polo de Haas (1933-2022)
|
|
Volkskrant POSTUUM POLO DE HAAS (1933-2022) Pianist Polo de Haas was een alleskunner, maar ‘altijd op zoek naar diepgang’ De klassieke muziek bleef hij altijd koesteren, maar pianist Polo de Haas verkende in zijn lange carrière vrijwel alle muzikale genres. Voortdurend verzette hij de piketpaaltjes in de muziek. Zondag overleed hij, 88 jaar oud, zo liet zijn partner weten aan de Volkskrant. Nell Westerlaken18 april 2022, 14:33 Polo de Haas, vorig jaar oktober, bij hem thuis in Amsterdam.Beeld Daniel Cohen Of het nu Beethoven was of free jazz, werk van Scarlatti of Louis Andriessen, of hij nu optrad met het Concertgebouworkest of met kleinkunstenaar Ramses Shaffy, het leek hem allemaal even goed af te gaan. Maar de rode draad in de lange muziekcarrière van Polo de Haas waren zijn eigen improvisaties op piano. En verwar improvisaties niet met ‘loos gejengel’, zei hij ooit, ‘ik ben altijd op zoek naar diepgang.’ Terwijl de meeste musici zich toeleggen op één muziekstijl, verkende De Haas vrijwel alle muzikale windstreken. Dat begon al op het Amsterdams conservatorium: studeerde hij overdag klassiek, ’s avonds schnabbelde hij in het jazzcircuit, een erg ongewone combinatie indertijd. De Haas bewoog als musicus soepel mee met de muzikale tijdgeest, maar maakte altijd zijn eigen keuzes. Toen Ramses Shaffy hem in de jaren zestig vroeg voor de voorstelling Shaffy Chantant, zegde hij toe op voorwaarde dat hij daar ook werk van klassieke én van hedendaagse componisten mocht spelen. Met basklarinettist Harry Sparnaay vormde hij het duo Fusion Moderne, dat zich toelegde op hedendaagse muziek. Optreden in een zwembad Bij het grote publiek werd De Haas in de jaren zeventig bekend door zijn tv-programma Spelen met muziek. Met componist Peter Schat stortte hij zich op de elektronische muziek. Daarnaast had hij eigen concertseries, die hij vaak op onorthodoxe manier invulde, door op te treden aan de rand van een zwembad bijvoorbeeld, of op het dak van de Beurs van Berlage. Voortdurend verzette hij de piketplaatjes in de muziek. In de jaren negentig al combineerde hij tijdens zijn eigen concertseries in het Concertgebouw in Amsterdam allerlei muzikale genres – van klassiek tot niet-westers – met andere kunstgenres zoals poëzie, film en dans. Het werk van zijn vriend Simeon ten Holt lag hem na aan het hart. In diens Canto Ostinato vond hij steeds nieuwe lagen en betekenissen. Nog tot op hoge leeftijd trad hij op, totdat hij zijn concerten moest staken vanwege de coronamaatregelen. Tijdens een lockdownschoonmaak vond De Haas in eigen huis een bandje terug uit 1980 met improvisaties op de piano. Hij besloot opnieuw de studio in te gaan om te improviseren: zijn laatste album bestaat uit zowel oude als nieuwe improvisaties. Vorige week woensdag werd De Haas opgenomen met een ernstige longontsteking. Hij overleed zondag in zijn slaap, in bijzijn van zijn geliefden. ‘Om 19.48 uur’, volgens zijn partner, ‘alsof hij om 20 uur moest gaan optreden.’ |
NRCNecrologie
JAZZNU HET BESTAAT NIET DAT POLO DE HAAS
Jazzpianist Polo de Haas is op 17 april overleden. Nou ja, jazzpianist… De Haas was ook een uitvoerder die klassiek, eigentijds gecomponeerd speelde, voor elektronica zijn hand niet omdraaide, heel soms ‘gewoon’ een begeleider was, vakkundig uit allerlei culturen putte en vooral iemand die muziek ook graag mengde met andere kunstvormen. Polo de Haas stierf na een korte ziekenhuisopname aan een longontsteking. Hij werd 88 jaar.
Polo
de Haas Polo de Haas meende het vuur weer een beetje te moeten opstoken met voornoemd concert. Konsert moest je natuurlijk zó schrijven, geheel naar de modus van die tijd. Voor de striptease had de pianist zich verzekerd van de medewerking van de indertijd tamelijk beroemde danseres Hannah de Leeuwe. Het woordje striptease zal ongetwijfeld de meeste mannen naar het Leidse theatertje hebben gelokt. Polo de Haas speelde er behulpzaam op in. Hannah danste en wervelde om hem heen, steeds naakter om als een sirene zowel de uitvoerder als diens compositie volgens de regelen der vrij-muzikale kunst in te pakken. Een knallend succes, het vagevuur der eigenaardigheden was weer heftig opgelaaid.
Het is steeds de leidraad van Polo de Haas geweest, een muzikantenleven lang: muziek uit haar keurslijf rukken, er nieuwe richtingen in vinden, de onderlinge stijlen met elkaar verbinden. Of – liever nog – uiteen te rafelen en waar nodig haar bijvoorbeeld aan Ramses Shaffy te binden – waar hij bij de begeleiding zonder blikken of blozen wat citaten van Eric Satie, Willem Pijper of Isaac Albéniz doorheen strooide – of aan dichters, beeldend kunstenaars en fotografen van elk pluimage. Het was Polo de Haas om het even en daarom is hij een vrij-improviserende musicus geworden die het maar een kleine groep concurrenten in Nederland lastig heeft gemaakt. Hij liep immers voorop. Polo de Haas moet als een avonturier worden gezien, een die het keurslijf van concertzalen en eeuwenoude conventies, die vooral aan klassieke muziek kleven, met of zonder bijl te lijf ging. Dat deed hij bijvoorbeeld al aan het begin van zijn carrière die er voor de aanstormende concertpianist De Haas bijzonder rooskleurig uitzag. Weliswaar met andere argumenten dan Keith Emerson ooit deed – deze wilde de beste concertpianist ter wereld zijn en toen het ernaar uitzag dat dit niet ging lukken, maakte hij de overstap naar de symfonische popmuziek. Niet Polo de Haas, ook hij liet het klassieke podium achter zich om daaráchter naar de vrijheid in muziek te gaan speuren. Jazz ligt dan voor het oprapen. Drummer Pierre Courbois werd meteen zijn soulmate. En is dat vele decennia gebleven. Polo de Haas had een nieuwe periode in zijn leven gevonden: die van de improvisatie. Hij had die al wel toegepast in de klassieke muziek, maar nu lag er een eindeloze steppe voor hem open.
“Improviseren in de klassieke en eigentijdse muziek is tegenwoordig heel ongewoon”, zo blikt hij daarop terug. “In de tijd van Mozart werd er vaak geïmproviseerd. Mozart en Clementi hielden zelfs een improvisatiewedstrijd. Clementi won! Improviseren heb ik altijd al gedaan. Het is voor mij hetzelfde als praten. Ik vertel iets en de mensen kunnen het als een verhaal beluisteren. In principe begin ik uit het niets. Het publiek weet niet wat er zal gaan gebeuren, maar ik zelf weet dat ook niet. En dat maakt het dus heel spannend. Componist Simeon ten Holt heeft eens gezegd: ‘Mijn vingers vinden hun weg op het klavier en dat leidt tot een compositie.’ Mijn vingers leiden mij tot een improvisatie en ik laat me verrassen. Het zijn nooit loze noten – althans dat probeer ik te vermijden. Het zijn noten die iets uitdrukken. Een van der eerste wapenfeiten die Polo de Haas op zijn naam schreef, samen met Theo Lovendie, was de vestiging van de STAMP-concerten. STAMP staat voor Stichting Alternatieve Muziek Praktijk en dat was de zelf aangelegde spartelvijver waar Polo de Haas zijn hart kon uitstorten: de stichting kende namelijk geen muzikale grenzen en programmeerde alles wat in de ogen van de twee oprichters waard was om onder de aandacht te brengen. Daar viel alles onder. Herhaal: alles. Met basklarinettist Harry Sparnaay verbaasde hij de wereld nóg meer door onder de naam Fusion Moderne over de aardbol te touren. En met stemkunstenares Greetje Bijma en koraspeler Zoumana Diarra verraste hij dezelfde aardbol wederom. Spelen met muziek was de titel van een tv-programma, in handen van Polo de Haas, dat hem in de jaren zeventig warempel tot een publiekslieveling maakte. Hij vertelde er op zijn gemak over klassieke muziek en vooral de schoonheid ervan en scoorde met elke uitzending zo’n 800.000 kijkers. Later, vanaf 1994 organiseerde Polo de Haas een eigen concertserie in de Beurs van Berlage in Amsterdam. In 2010 verhuisde het project naar de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Het werd weer een bonte mengeling, zoals van deze onvoorspelbare grootheid gewend: klassieke muziek, hedendaags gecomponeerd en niet-Westers kregen extra dimensies door de mixage met film, tentoonstellingen, poëzie en beeldende kunst. Polo de Haas werd pas geremd toen Covid-19 in 2020 uitbrak. Niet zo héél erg vond hij: “In deze coronatijd zit ik thuis zoals ik altijd thuis zit. Ik zit altijd in quarantaine – met plezier – zoals sommige anderen ook met plezier in quarantaine zitten omdat ze kunnen lezen, gezellig babbelen, spelletjes doen of ongestraft veel opbellen.”
Polo de Haas is nooit onder één hoedje te vangen geweest. “Ik heb om goed te kunnen spelen een luisterend oor nodig. Het is een soort onzichtbare band die er bestaat tussen het publiek en mij. Je ziet en hoort die band niet, maar ik merk vanuit mijn plek op het podium de lichtste reactie van het publiek.” Het zijn woorden van Polo de Haas die hij én zijn publiek niet meer gestand kunnen doen nu hij er niet meer is. Maar De Haas’ nalatenschap is rijk. Hij heeft er zelf, op overtuigende wijze, voor gezorgd dat hij nooit zal worden vergeten. RINUS VAN DER HEIJDEN
|