Het is een mooie
zomerdag, je zit in een bootje en je glijdt langzaam over het water.
Boven je hoofd schijnt de zon door het overhangend gebladerte van een boom
en je kijkt al reikhalzend uit naar het uitzicht achter de volgende bocht.
..
Simeon ten Holt schrijft sinds de jaren zeventig lange, hypnotiserende
pianowerken, waarin de uitvoerders zelf de lengte van het werk bepalen
door naar eigen inzicht delen van de partituur te gebruiken, te herhalen
of weg te laten. Dat geldt ook voor Méandres, dat Ten Holt tussen 1995 en
1997 schreef.
Er zijn vier onafhankelijke, meanderende pianopartijen.
Trouw, Sandra Kooke
(ingekorte versie van bespreking concert uitvoering van Méandres)
|
Ten Holt weet toch weer te
verrassen
Eadem sed aliter, hetzelfde, maar dan anders. Het is credo en procedé
waarop de werken van Simeon ten Holt zijn gebouwd. Maar wie had gedacht
dat de inmiddels 76-jarige schepper van repetitieve succesnummers als
Canto Ostinato, Lemniscaat en Horizon er opnieuw in zou slagen nieuwe wijn
in oude vaten te gieten? Met Méandres , dat gisteravond in een uitverkocht
Muziekcentrum Vredenburg zijn wereldpremière beleefde, toonde Ten Holt aan
nog voldoende vitaliteit te bezitten om een vijfde, even boeiende als
oorspronkelijke compositie te kunnen afleveren.
Groot was de verrassing om na de opening met vertrouwd meanderende
motieven getuige te worden van de geboorte van een hoogstpersoonlijk stuk
muziek dat vooral lijkt te zijn geïnspireerd door de Barokke klankwereld.
Veel lopende figuren weven de achtergrond voor het muzikale middelpunt van
het zeven kwartier durende stuk: een vaste opeenvolging van akkoorden die,
gesteund door een markante baslijn, de sfeer ademt van een koraalsetting.
Wat volgt roept associaties op met een over gedimensioneerd preludium of
een virtuoze toccata. Dan weer die zweem van een koraalmelodie die, binnen
het idioom van Ten Holt, op alle denkbare manieren wordt ontwikkeld: in
hoge en lage liggingen, gegarneerd met versieringen, ritmische accenten en
flink wat chromatische verwikkelingen. Ten Holt heeft zich er nooit over
uitgelaten, maar het verwerken van connotaties uit het verleden maakt,
alleen al door haar tonaal karakter, impliciet deel uit van zijn muziek.
Dat maakt van Méandres nog geen Neobarok, maar wel een geslaagde synthese
van herkenbare patronen met een oereigen stijl. Met als resultaat een
fascinerend stuk pseudopolyfonie dat eindigt in een lyrisch lamento van
een eenzame piano. Méandres is, net als Soloduiveldans IV dat Kees
Wieringa als warming up speelde, toch vooral Ten Holt in optima forma:
groeiend en krimpend, vloeiend en in balans en meesterlijk in de dosering
van nieuwe muzikale 'permutaties'. Zeker onder de handen van het even
begrijpend als uitstekend voorbereid viertal Kees Wieringa, Ellen
Dijjkhuizen, Polo de Haas en Fred Oldenburg. Meer dan menig ander
componist is Simeon ten Holt immers afhankelijk van de kwaliteit, keuzes
en smaak van uitvoerenden. De even onstuimige als trouwe schare fans
beloonde uitvoerenden, maar vooral Ten Holt met een staande ovatie.
Terecht en in de hoop op meer muziek van de hand van deze even populaire
als beminnelijke Nederlandse componist.
Jurriaan Meyer (16-101999) |